
Gezellig ‘samenhuizen’: hoe, wat, waarom?
Geen interesse in een ‘gewoon’ huis? Er zijn alvast voldoende alternatieve woonvormen: van wonen op het water tot je terugtrekken in een blokhut in de bossen. Maar het kan uiteraard ook minder drastisch, zoals ‘samenhuizen’. Gemeenschappelijk wonen of samenhuizen zit duidelijk in de lift. Het aantal woongemeenschappen in Vlaanderen en Brussel is de jongste 10 jaar zelfs verdubbeld! Maar wat is het precies en welke woonvormen bestaan er zoal? Hieronder een overzicht.
Wat betekent samenhuizen of gemeenschappelijk wonen?
We spreken over samenhuizen wanneer bewoners uit diverse gezinnen vrijwillig met elkaar samenleven. Voor de bewoners van zo'n woongemeenschap is de sociale meerwaarde van dit samenwonen erg belangrijk. Of anders gezegd: economische motieven zijn niet doorslaggevend.
Weet ook dat er verschillende vormen van woongemeenschappen bestaan: het gemeenschapshuis, woongroepen, cohousing, leefgemeenschappen ... De grote gemene deler? De mate van gemeenschappelijkheid. Sommige bewoners delen bijna alles en hebben alleen een privé-slaapkamer. Anderen beschikken over een autonome privéwoning binnen een gemeenschappelijk woonproject.
De voornaamste woonvormen op een rijtje.
- Gemeenschapshuis: je deelt een huis met meerdere personen, maar hebt minstens één privékamer. De rest van het huis is gemeenschappelijk. Bijvoorbeeld: een studentenhuis.
- Woongroep: meer privéruimte in vergelijking met een gemeenschapshuis, en heeft doorgaans een duurzamer karakter. Lees: de bewoners engageren zich voor een langere tijd. Bijvoorbeeld: jongvolwassenen, maar ook senioren.
- Centraal wonen: elke bewoner heeft zijn eigen slaap- en woonkamer, keuken en badkamer. Daarnaast zijn er gemeenschappelijke voorzieningen zoals een werkplaats, gastenkamers, ontspanningsruimte, tuin …
- Cohousing: lijkt op centraal wonen, maar er is een gemeenschappelijke keuken en eetzaal waar bewoners regelmatig samen koken en eten.
- Leefgemeenschap: een vrij grote graad van gemeenschappelijkheid. Naast meer gemeenschappelijke ruimtes worden er ook meer collectieve activiteiten georganiseerd. Hierdoor is er meer onderling overleg tussen de bewoners. Meer nog: vaak bestaat er een ideologische factor die de bewoners bindt, zoals bijvoorbeeld religie, ecologie of solidariteit.
- Kangoeroewoning: maximaal 2 zorgbehoevenden (60 jaar of ouder, persoon met een beperking, iemand die nood heeft aan ondersteuning of die in aanmerking komt voor een vergoeding van de Vlaamse zorgverzekering) wonen in. Op fiscaal vlak word je niet als één gezin beschouwd, zodat mogelijke sociale voordelen behouden blijven.
Voordelen, maar ook nadelen ...
Samenhuizen kan zowel praktische als sociale voordelen hebben. Daarnaast is het vaak goedkoper dan alleen wonen. Bovendien kunnen bewoners elkaar ondersteunen en bijvoorbeeld taken verdelen. Je kunt natuurlijk ook nieuwe mensen ontmoeten. Let wel, er is geen wettelijk kader voor mensen die samenhuizen, maar op zich wel alleenstaand zijn. Zo kan een werkloosheidsuitkering veel lager uitvallen als je niet langer als alleenstaande wordt erkend door de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening).
Expert aan het woord
Bovengenoemde woonvormen hebben een gemeenschappelijke deler: ze maken stuk voor stuk optimaal gebruik van de beschikbare ruimte. Resultaat? Door meerdere plaatsen/ruimtes te delen met andere mensen, blijft de ingenomen ruimte per gezin beperkt. En dat heeft dan weer een positieve invloed op verbruik en kosten. Meer zelfs, het laat ook toe om gemeenschappelijke gebouwen (bijvoorbeeld bij centraal wonen) grootser op te vatten en/of fraaier in te richten.
