
Dé isolatiebegrippen in een notendop
We kunnen het niet genoeg herhalen: uitstekend isoleren is een van de belangrijkste aspecten van je BENOvatie. Maar wanneer je je gaat verdiepen in het grote aanbod isolatiematerialen, krijg je al snel zeer technische informatie en onbegrijpelijke vakjargon voorgeschoteld. Zo heb je ongetwijfeld al gehoord van termen zoals lambdawaarde, R-waarde en U-waarde. Maar wat betekenen deze begrippen nu eigenlijk?
-
Lambdawaarde (λ) - de isolerende waarde van een materiaal.
De lambdawaarde geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan. Hoe hoger de waarde is, hoe beter de warmte wordt geleid. En dus hoe minder goed het materiaal isoleert. Deze waarde wordt uitgedrukt in W/mK.
-
U-waarde - de isolatiewaarde van een constructiedeel (bv. dak, muur …).
De U-waarde (vroeger de k-waarde) of warmtedoorgangscoëfficiënt geeft aan hoezeer een dak of een wand geïsoleerd is. Laat het dak veel warmte door, dan ligt de U-waarde hoog. Is het dak thermisch goed geïsoleerd, dan heeft het een lage U-waarde. Deze waarde wordt uitgedrukt in W/m²K.
-
R-waarde - warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag.
De R-waarde drukt de warmteweerstand van een (isolatie)materiaal uit. Het geeft dus aan hoe goed het materiaal de warmte tegenhoudt. Hoe hoger de R-waarde, hoe meer warmte het materiaal tegenhoudt en hoe beter het dus isoleert. De R-waarde speelt een belangrijke rol bij de aanvraag van subsidies. Deze waarde wordt uitgedrukt in m²K/W.
De formule is R = d/λ waarbij:
- R = warmteweerstand in m² K/W
- d= dikte van het materiaal in m
- λ = warmtegeleidingscoëfficiënt in W/mK
Bv. Een isolatiemateriaal met een dikte van 7 cm (0,07 m) en een λ-waarde van 0,028 heeft een R-waarde van 2,50 m²K/W (= 0,07/0,028).
-
Koudebruggen
Koudebruggen (ook wel bouwknopen genoemd) zijn zwakke schakels in de bouwschil (zie verder) van de woning. Het verschijnsel komt voor op plaatsen waar de isolatie niet doorloopt of op elkaar aansluit. Een koudebrug zorgt niet alleen voor warmteverlies. De warme lucht in huis koelt ook af in contact met deze koude oppervlakken, wat leidt tot condensatie en dus schimmelvorming en geurhinder als gevolg.
-
S-peil of schilpeil - de energie-efficiëntie van de bouwschil.
De bouwschil vormt de grens tussen de binnenzijde van de woning en de buitenwereld. Ze bestaat uit de begane vloer, buitenmuren, ramen, deuren en dak. Die schil biedt een woning de nodige bescherming tegen warmteverliezen naar buiten. Precies daarom moet je bouwschil ononderbroken geïsoleerd en luchtdicht gemaakt worden. De bouwschil biedt niet alleen een ‘warmteschil’ naar de buitenwereld, maar ook naar onverwarmde ruimtes die aan je woning grenzen, zoals een garage of bergplaats.
Het S-peil vat alle energetische kwaliteiten van de bouwschil (zowel de winsten als de verliezen) samen tot één getal. Het zegt hoe goed de schil bestand is tegen koude winterdagen, maar ook of er genoeg zonnewering is op hete zomerdagen en of de woning een efficiënte vorm heeft. Het S-peil geldt per wooneenheid, dus bijvoorbeeld voor een appartement en niet voor een appartementsgebouw.
Expert aan het woord
-
Geef je isolatie de gepaste afwerking. Zo is een dampscherm in veel gevallen een absolute must.
-
Weinig ruimte om je isolatiemateriaal te plaatsen? Kies dan een materiaal met een lage lambdawaarde. De lambdawaarde heeft overigens niets te maken met de dikte van het isolatiemateriaal. Met andere woorden: een EPS-plaat van 30 mm kan dezelfde lambdawaarde hebben als een EPS-plaat van 120 mm.
-
De R-waarde speelt een cruciale rol bij premieaanvragen: ga liefst voor een nog hogere R-waarde dan deze opgelegd voor een premie. Want je isoleert maar één keer je woning.
-
En denk eraan: je kunt niet te veel isoleren, wel slecht isoleren (fout geplaatst of onderbroken, bijvoorbeeld)”.